Beginselen van de Vennootschapsbelasting

Beginselen van de Vennootschapsbelasting 

 

 

  Auteur : Stefaan Van Crombrugge
  Pagina's : 368 p.
  Prijs : 149,00 EUR (incl. BTW)
  ISBN-nummer : 978-90-6738-226-7
  Jaar van uitgave : 2022

 

Dit boek is ook digitaal beschikbaar via Jurisquare en via Strada lex.

Beginselen van de Vennootschapsbelasting - Editie 2022

Geen enkele inkomstenbelasting heeft in de voorbije periode zoveel wijzigingen ondergaan als de vennootschapsbelasting. Goed voor ettelijke bladzijden lectuur in het Belgisch Staatsblad. Die wijzigingen hebben te maken met het nieuwe ‘Wetboek van vennootschappen en verenigingen’ (WVV). Maar ook de Europese Antimisbruikrichtlijn (‘ATAD’) heeft tot ingrijpende aanpassingen genoopt. Die aanpassingen hebben – samen met tal van andere wijzigingen – hun beslag gekregen in de wet van 25 december 2017 “tot hervorming van de vennootschapsbelasting”; een wet die overigens zodanig veel gebreken en leemten vertoonde dat zij al snel werd gevolgd door reparatiewetgeving.

Daarnaast zijn er talloze Programmawetten en wetten ‘houdende diverse fiscale bepalingen’ die eveneens hebben gesleuteld aan de Venn.B. Zo heeft de wetgever bv. nog maar pas de ‘bewerkingen’ inzake de vaststelling van het belastbare inkomen herschreven.

Het bos en de bomen

Het stelsel van de vennootschapsbelasting is na al deze hervormingen en wijzigingen niet vereenvoudigd. Integendeel. Het is veel complexer geworden. Dat mag voor een groot deel op het conto worden geschreven van de ‘ATAD’. Maar ook de Belgische wetgever heeft zijn duit in het zakje gedaan door eigen vindingen die de complexiteit nog verhogen.

Nu het stof van al deze wijzigingen wat is gaan liggen, is het hoog tijd om (opnieuw) inzicht in de vennootschapsbelasting te verkrijgen. En dat kan niemand beter geven dan emeritus gewoon hoogleraar Stefaan Van Crombrugge die als geen ander vertrouwd is met de vennootschapsbelasting. Hij heeft de wijzigingen verwerkt en samengebracht in de allernieuwste editie van zijn Beginselen van de Vennootschapsbelasting. Bedoeling is de lezer inzicht te bieden in het systeem en de principes van de vennootschapsbelasting. Dat moet hem in staat stellen alle verdere problemen te identificeren en op te lossen door redenering of verdere opzoekingen. Want meer dan ooit geldt inzake vennootschapsbelasting dat men door de bomen het bos nog moet kunnen zien.

Belastbare grondslag

Van de talrijke nieuwigheden die de auteur in de nieuwe editie heeft verwerkt, kunnen onder meer deze worden vermeld.

• Het WVV heeft het kapitaalbegrip afgeschaft in BV’s en CV’s, waardoor de vroegere fiscale leerstellingen omtrent de rol van het vennootschapsrechtelijke kapitaal in de nettoactiefbenadering van het begrip belastbare winst niet langer konden worden gehandhaafd. De wetgever heeft dan ook een eigen fiscaal kapitaalbegrip ingevoerd.

• Talrijke aftrekposten zijn gewijzigd, zoals de aftrek voor definitief belaste inkomsten (o.m. wijziging van de uitsluitingsgevallen van de DBI-aftrek) en de aftrek voor risicokapitaal (omvorming tot een zogenaamde ‘incrementele’ aftrek). En nieuwe aftrekposten zagen het levenslicht, zoals de ‘aftrek van de groepsbijdrage’, zijnde een door de wetgever zelf georganiseerd stelsel van ‘winstverschuiving’. Hier stelt de auteur vast dat de wetgever zich op een bepaald punt toch wel bijzonder streng opstelt; een strengheid waarvoor hij weinig of geen redenen ziet.

• De wetgever heeft bepaalde aftrekposten aan een bijzondere beperking onderworpen via de invoering van de zogenaamde ‘korf’.

• Vennootschappen die activa overbrengen naar buitenlandse vaste inrichtingen moeten in bepaalde gevallen rekening houden met een ‘exitheffing’.

• Nieuw is ook de CFC-regeling waarvan de basisgedachte wel duidelijk moge zijn (het vermijden van uitstel van belasting door inschakeling van basisvennootschappen in laag belaste jurisdicties), maar waarvan de uitwerking bijzonder complex is.

• Op het vlak van de beroepskosten is er o.m. de nieuwe regeling voor ‘vooruitbetaalde kosten’. Vennootschappen moeten nu ook rekening houden met een beperking van interestaftrekken in functie van de EBITDA; de auteur stelt hier vast dat een bepaald onderdeel van deze regeling zonder meer een ‘misgreep’ van de wetgever mag worden genoemd.

• De wetgever heeft de genereuze regeling inzake de aftrek van buitenlandse beroepsverliezen aan banden gelegd; maar de manier waarop hij een en ander heeft verwerkt in de bewerkingen bij de berekening van de vennootschapsbelasting laat duidelijk te wensen over.

• Nieuw is ook het stelsel van de ‘hybride mismatches’. En voorts is een volledig nieuw hoofdstuk gewijd aan de bijzondere aanslag op de ‘liquidatiereserve’ in kleine vennootschappen, alsook aan de wettelijke regeling die de overgang moet regelen van de RPB naar de Venn.B. De auteur moet vaststellen dat de bedoeling van de wetgever niet altijd even duidelijk is; bovendien blijken de voorbereidende werkzaamheden een wel zeer misleidende verklaring van de minister van Financiën te bevatten.

Up-to-date basiswerk

Het moge duidelijk zijn : de auteur verwerkt de talrijke wijzigingen niet alleen, hij wijst meteen ook op diverse toepassingsproblemen.

Het boek gaat bovendien verder dan dat. Zo zijn ook de recentste evoluties in rechtspraak en rechtsleer erin verwerkt. Op die manier is de kersverse editie van Beginselen van de Vennootschapsbelasting een must voor iedereen die vandaag met de vennootschapsbelasting te maken heeft.

De nieuwe editie is bijgewerkt tot 15 juli 2022.