Nieuw ontslagrecht voor alle werknemers

Auteur : Herman van Hoogenbemt
Pagina's : 150
Prijs : 96,00 EUR (incl. BTW)
ISBN-nummer : 978-90-6738-206-9
Jaar van uitgave : 2014

Nieuw ontslagrecht voor alle werknemers : commentaar en praktische tabellen

Onder druk van het Grondwettelijk Hof heeft de regering met de sociale partners een akkoord bereikt over een eengemaakt statuut voor alle werknemers. De wet van 26 december 2013 die er de neerslag van is, vormt ongetwijfeld een belangrijke stap in de richting van een eenheidsstatuut, maar heft het onderscheid tussen arbeiders en bedienden niet op. Ze beperkt zich ertoe met ingang van 1 januari 2014 de meest dringende punten te regelen, met name gelijkstelling van de opzeggingstermijnen en afschaffing van de carenzdag (waardoor arbeiders geen recht op loon hadden voor de eerste dag ziekteverzuim). 

De meeste overige punten van onderscheid, waarover het Grondwettelijk Hof nog geen uitdrukkelijke uitspraak heeft gedaan (zoals bv. de vakantieregeling), blijven voorlopig dus nog bestaan. De wet heeft het aan de sociale partners overgelaten om het onderscheid alvast weg te werken op het vlak van het ‘willekeurig ontslag’. Dit onderscheid werd inmiddels opgeheven door CAO nr. 109 over ontslagmotivering, die in de Nationale Arbeidsraad werd gesloten op 12 februari 2014.  

Niettemin maken de nieuwe wet en de CAO nr. 109 de meest ingrijpende hervorming uit van het individueel arbeidsrecht sinds zijn ontstaan. De teksten zijn evenwel niet altijd even helder, en vooral over de overgangsmaatregelen voor bestaande arbeidsovereenkomsten dreigen de practici zich nog veel hoofdbrekens te zullen moeten getroosten.

Aanleiding voor Herman van Hoogenbemt, partner van het advocatenkantoor Tilleman van Hoogenbemt, om stil te staan bij het nieuwe systeem, en de vragen die erdoor worden opgeworpen. Waar mogelijk, tracht hij, veelal aan de hand van reeds bestaande rechtspraak, op deze vragen een eerste antwoord te bieden. Het betreft mogelijke denkpistes die het resultaat zijn van de reflecties van de auteur en van overleg met zijn kantoorgenoten, die allen van arbeidsrecht hun dagelijkse activiteit hebben gemaakt.

Eengemaakte opzeggingstermijnen

Tot de meest spectaculaire wijzigingen van de nieuwe wet behoren ongetwijfeld de eengemaakte opzeggingstermijnen. Voor de arbeidsovereenkomsten die ingaan vanaf 1 januari 2014, gelden in principe dezelfde opzeggingstermijnen voor arbeiders en bedienden. Deze termijnen worden uitgedrukt in weken en variëren naargelang van de anciënniteit. Ondanks de uniformisering gelden in bepaalde gevallen, en voor bepaalde sectoren (al dan niet tijdelijk) afwijkende opzeggingstermijnen.

Overgangsregeling voor bestaande overeenkomsten

Voor de arbeidsovereenkomsten die een aanvang hebben genomen vóór 1 januari 2014  geldt een overgangsregeling waarbij de toestand wordt bevroren op 31 december 2013. Het gevolg is dat in lengte van jaren voor heel wat werknemers twee opzeggingstermijnen moeten worden uitgerekend en vervolgens opgeteld, enerzijds volgens de oude regels (voor de dienstperiode tot 31 december 2013), en anderzijds op basis van de nieuwe regels (voor de dienstperiode vanaf 1 januari 2014).

Omdat voor het eerste deel van de opzeggingstermijn nog toepassing wordt gemaakt van de oude regels, blijft in de overgangsregeling het onderscheid bestaan tussen arbeiders en bedienden, en, binnen deze laatste categorie, tussen 'lagere' en 'hogere' bedienden. Hulpmiddelen zoals de formule Claeys verdwijnen wel definitief van het toneel. Onder bepaalde voorwaarden geldt voor arbeiders een ‘ontslagcompensatievergoeding’, waarvan de regeling inmiddels verder uitgewerkt is in een koninklijk besluit van 9 januari 2014.

Afschaffing proeftijd

Maar er is meer. Een andere opvallende nieuwigheid is dat het proefbeding wordt afgeschaft in (nagenoeg) alle arbeidsovereenkomsten. Sinds 1 januari 2014 is het dus onmogelijk om nog een proefbeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst. Al is er wel voorzien in een overgangsperiode.

Wijzigingen inzake ziekte

De afschaffing van de carenzdag gaat gepaard met een scherpere controle op het ziekteverzuim. Het recht op gewaarborgd loon dreigt verloren te gaan, wanneer de werknemer, behalve bij overmacht, nalaat zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn arbeidsongeschiktheid.

Ontslagmotivering

Nog een verrassende wending is dat werkgevers vanaf 1 april 2014 verplicht worden een door hen gegeven ontslag te motiveren, tenminste wanneer de werknemer daar om verzoekt. Eén en ander volgt uit voormelde CAO nr. 109. Deze CAO voert ook een veralgemeende regeling in tot beteugeling van het ‘kennelijk onredelijk ontslag’, ter vervanging van de regeling inzake ‘willekeurig ontslag’ die enkel voor arbeiders bestond (al blijft deze oude regeling in een aantal gevallen bestaan).

En verder

Voorts behandelt het boek ook de overige aspecten van de nieuwe wetgeving, zoals o.m. de uitbreiding van het recht voor de werknemer op outplacement en andere maatregelen ter verbetering van de inzetbaarheid van de werknemer.

Ten slotte gaan de nieuwe regels gepaard met enkele fiscale maatregelen, waaronder een vrijstelling ‘sociaal passief’ die de last van de nieuwe regeling voor de werkgevers moet helpen verlichten.

Praktisch bruikbaar

De auteur heeft oog voor de praktijk. Hij maakt een checklist die bij elk ontslag dienstig is om de valkuilen van de nieuwe wet en die van oudere wetten te vermijden. Voorts krijgt de lezer, naast een overzicht van de opzeggingstermijnen in de nieuwe regeling, ook overzichtelijke tabellen waarin, per paritair comité, de afwijkende opzeggingstermijnen worden weergegeven zoals die voor arbeiders golden tot en met 31 december 2013. Dit laatste is nodig om in het overgangssysteem het eerste deel van de opzeggingstermijn te bepalen.

De auteur

Herman van Hoogenbemt heeft al meer dan dertig jaar ervaring in het arbeidsrecht. Hij begon zijn loopbaan als assistent aan de Universiteit Gent en is sedert 1980 advocaat. Hij publiceerde onder andere over overgang en herstructurering van ondernemingen, arbeidstijd, grensoverschrijdende tewerkstelling, sociale zekerheid e.a. Hij is vennoot van advocatenkantoor Tilleman van Hoogenbemt met vestigingen in Antwerpen en Brussel.